Nationale strategie opgesteld samen met ervaringsdeskundigen

Begin februari 2024 heeft Conny Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport, de nationale strategie rond de positie van mensen met een beperking aangeboden aan de Tweede Kamer. Britt Starren, teamcoördinator Doe onbeperkt mee bij VWS over deze strategie en het proces van de totstandkoming ervan. “We wilden dat het een inclusief ontwerpproces zou worden.”

Beeld: ©Ministerie van VWS

In 2016 heeft Nederland het VN-verdrag ondertekend. Sindsdien zijn er veel mooie initiatieven gestart. “Dat is natuurlijk mooi,” aldus Britt, “maar mensen met een beperking merken er in hun dagelijks leven helaas nog te weinig van. Daarom heeft de Kamer ook een motie ingediend. Positief daaraan is dat we daardoor moesten nadenken over een langetermijnvisie. Dat is de meerjarige nationale strategie geworden. Deze strategie beschrijft hoe de situatie van mensen met een beperking in 2040 moet zijn verbeterd.”

Totstandkoming nationale strategie

“In het verdrag is de verplichting opgenomen om mensen met een beperking te betrekken bij de het opstellen en uitvoeren van beleid. Als beleidsmakers vinden we dat zelf ook heel belangrijk. Bij het opstellen van de nationale strategie hebben we al in een vroeg stadium ervaringsdeskundigen en belangenorganisaties – zoals Ieder(in), LFB en JongPit – gevraagd mee te denken en praten. Op die manier voer je het gesprek heel anders. Het helpt om scherp te krijgen waar een persoon met een beperking tegenaan loopt."

Nationale-strategie_ALLEEN te gebruiken voor NB en bij nieuwsbericht op site Dom
Beeld: ©Ministerie van VWS

Onder de begeleiding van een hierin gespecialiseerd bureau heeft VWS vier dagen lang gesproken met een groep mensen met een uiteenlopende diversiteit aan beperkingen. Denk aan een visuele, auditieve, ernstige meervoudige, geestelijke of mentale beperking, laaggeletterdheid, prikkelgevoeligheid, etc. Vertrekpunt hierbij waren concrete zaken uit het dagelijks leven waar iemand met een beperking tegen belemmeringen aanloopt. “Van daaruit hebben we gekeken wat nodig is om mee te kunnen doen in de samenleving. In kleiner comité hebben we de rode draden vastgesteld en vervolgens getoetst bij een reviewgroep. Deze bestaat uit diverse mensen die zelf een beperking hebben of iemand in hun nabijheid met een beperking.”

Na deze strategiedagen is een coalitie van de deelnemende partijen aan de strategiedagen de nationale strategie gaan schrijven met oog voor de belangrijkste doelstellingen en de uitgangspunten van het VN-verdrag. VWS heeft dit concept uiteindelijk in overleg met de meest betrokken ministeries aangescherpt tot de definitieve nationale strategie. Deze staat vast tot 2040.

Concrete maatregelen

Britt: “Terugblikkend is het een mooi gezamenlijk proces geweest. Ervaringsdeskundigen hebben ons aan de hand meegenomen om ook te voelen hoe het is om te leven met een beperking en op welke vlakken zij belemmeringen ervaren. Ik heb respect voor de onaflatende energie en drive die ze hebben, om zich hiervoor in te zetten en ontoegankelijkheden in de samenleving te helpen veranderen.”

De volgende stap is het opstellen van de werkagenda. Hierin komen de concrete maatregelen die nodig zijn om de doelstellingen uit de strategie waar te maken. “Ook de werkagenda maken we samen met mensen met een beperking, de organisaties die namens hen meepraten en de betrokken ministeries. In de werkagenda stellen we prioriteiten en nemen we op hoe we gaan monitoren. Het wordt een continu proces waarin de werkagenda steeds wordt aangepast op basis van de resultaten die worden bereikt. Zo willen we ervoor zorgen dat de situatie van mensen met een beperking richting 2040 echt verbetert.”