Joy Moonen reist voor haar werk het hele land door, met de trein én in een elektrische rolstoel. Ze geeft lezingen en trainingen over het leven met een beperking – in haar woorden “een anderswerkend lijf”. Want, zo vertelt ze: “Ik kan een heleboel, alleen doe ik de dingen anders dan jij.” Soms kost het reizen haar extra moeite. Daarover vertelt ze meer in dit artikel.
Beeld: © Ministerie van VWS/EMMA-Roderik Rotting
In de buurt van Joy’s huis in Arnhem staat een bushokje. Wanneer ze voor haar werk naar een andere stad gaat, begint haar reis altijd daar. De buschauffeur kan de oprijplaat die Joy nodig heeft om de hoge bus in te rijden met één druk op de knop tevoorschijn laten komen. Dat gaat meestal goed, op één keer na. Toen bleek dat de oprijplaat niet automatisch van onder de bus vandaan kwam. De buschauffeur raakte ongeduldig en reed, vanwege de hoge tijdsdruk, door zonder haar mee te nemen. Een vervelend incident, want reizen met het openbaar vervoer vraagt van Joy meer planning dan van iemand zonder mobiliteitsbeperking.
Waar iemand anders een uur rekent voor een reis, reken ik het dubbele. Reizen verloopt voor mij nét even anders.
“Over het algemeen kom ik net zo goed van A naar B als ieder ander,” vertelt Joy. “Het vergt alleen wat meer stappen.” Zo moet ik altijd een uur van tevoren reisassistentie aanvragen, en kan ik daarom niet op de eerstvolgende trein springen als ik een verbinding mis. Waar iemand anders een uur rekent voor een reis, reken ik daarom vaak het dubbele. Dat reizen extra voorbereiding vraagt, is soms lastig, maar ik begrijp dat het logistiek niet anders kan. Ik wil niet beweren dat reizen voor mij moeilijker is – iedereen stuit weleens op obstakels onderweg – maar het verloopt voor mij gewoon nét even anders.”
Europese toegankelijkheidsrichtlijn
Op 28 juni 2025 gaat de nieuwe Europese Toegankelijkheidsrichtlijn in, die producten en diensten toegankelijk moet maken voor iedereen – met en zonder beperking. Ook het openbaar vervoer. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) is de organisatie die toezicht gaat houden op de digitale toegankelijkheid van het openbaar vervoer. De ILT let op zaken als: is de reisinformatie voor iedereen toegankelijk? Kunnen alle reizigers zelf een kaartje kopen? En kan iedereen zelfstandig in- en uitchecken?
Digitale toegankelijkheid
Eén van de inspecteurs van de ILT die vanaf 28 juni gaat toezien op de toegankelijkheidsrichtlijn vertelt: "Iedereen heeft recht op dezelfde toegang tot informatie en diensten. Om dit te bereiken is het belangrijk dat de websites en apps van vervoerders goed toegankelijk zijn. Zo moet een website goed leesbaar zijn voor de voorleessoftware van iemand die slechtziend is, en moeten knoppen groot genoeg zijn om makkelijk in te drukken."
Ook is het belangrijk dat informatie en diensten op meerdere manieren worden aangeboden, vertelt de inspecteur. “Denk daarbij aan het nummer dat NS aanbiedt, dat iemand kan bellen wanneer diegene zich onveilig voelt in de trein. Dat nummer komt langs op de schermen in de trein, maar iemand met een visuele beperking kan dat misschien niet lezen. Daarom is het belangrijk dat het nummer ook op de website te vinden is, en dat de website toegankelijk is ingericht zodat iemand met een spraakcomputer het kan lezen.
Multizintuiglijk
Informatie multizintuiglijk aanbieden, zo noem je dat. Een tijd geleden kreeg de ILT nog een melding toen dit misging bij een internationale treinvervoerder. “Het ging om een reiziger die met een nachttrein reisde, maar zijn bestemming had gemist omdat het station niet werd omgeroepen. Bij navraag bleek dat het personeel aan boord van de trein inderdaad niet had omgeroepen. Het was vijf uur ’s ochtends en ze wilden de slapende reizigers niet wakker maken, dus hadden ze alleen via de borden gecommuniceerd. Goed bedoeld, maar voor iemand met beperkt zicht werkt dit niet.”
“Toen we de treinmaatschappij hierop aanspraken, was er meteen veel bereidheid om er iets mee te doen. Ze hadden er simpelweg nooit bij stilgestaan hoeveel impact zoiets heeft. Inmiddels hebben ze het proces aangepast: reizigers die afhankelijk zijn van de omroep kunnen zich nu voorafgaand aan de reis melden. Een medewerker van de trein komt dan langs als ze bijna op hun bestemming zijn. Soms kunnen dingen dus wél binnen een dag opgelost worden.”
Kaartjesautomaat
Vroeger moest ik iemand op het station vragen om een kaartje voor mij te halen. Én om mijn pincode in te toetsen.
Eén van de dingen waar Joy vroeger tegenaan liep tijdens het reizen, is de kaartjesautomaat. Die is te hoog om goed bij te kunnen voor iemand in een rolstoel. “Zo’n vijftien jaar geleden moest ik altijd iemand op het station vragen om een kaartje voor mij te halen,” vertelt Joy. “En als ik geen contant geld bij me had, moest ik ook nog een vreemde vragen om voor mij mijn pincode in te toetsen. Dat is eigenlijk heel onveilig. Maar ja, ik had vaak niet zoveel keuze.” Tegenwoordig is die keuze er gelukkig wel. Joy: “Nu heb ik een businesscard die ik niet hoef op te laden en waarvan ik automatisch een rekening in de mail krijg.”
Wel heeft Joy nog een tip voor vervoerders: “Op veel websites moet je apart naar een pagina over ‘reizen met een beperking’ voor informatie over reisassistentie en andere services. Ik zou graag zien dat dit deel uitmaakt van de ‘gewone’ reisinformatie. Iedereen kan immers een been breken en reisassistentie nodig hebben. Ik behoor niet tot een speciale groep – we zijn allemaal mensen!”
Autonomie
Waarom het zo belangrijk is dat het openbaar vervoer goed toegankelijk is? Voor Joy maakt zelfstandig reizen een groot deel uit van haar autonomie, vertelt ze. “Ik ga net als ieder ander af en toe na het werk een drankje doen met mijn collega’s, of ik spreek met vrienden af in een leuke stad. Ik ben wel iemand die daar wat meer stappen voor moet zetten, maar so be it. Als de faciliteiten goed zijn, kan ik bijna net zoveel als ieder ander. Het werkt bij mij anders; ik kijk dan ook liever naar de dingen die ik wél kan.”
Beeld: © Ministerie van VWS/EMMA-Roderik Rotting