In gesprek over Lokale Inclusie Agenda tijdens bijeenkomst M50

Afgelopen vrijdag gingen Guusje ter Horst, bestuurlijk aanjager van het VN-verdrag Handicap, en Marianne Vorthoren, projectleider van ‘Iedereen doet mee’ van de VNG, in gesprek met enkele wethouders van middelgrote gemeenten tijdens een bijeenkomst van de M50. De M50 is een netwerk waarin middelgrote gemeenten met tussen de 30.000 en 80.000 inwoners kennis delen en elkaar inspireren. De bijeenkomst stond in het teken van het informeren van gemeenten over het VN-verdrag Handicap en elkaar inspireren en enthousiasmeren voor het opstellen van een Lokale Inclusie Agenda. Ook deelden collega-bestuurders van verschillende gemeenten hun ervaringen en uitdagingen bij het maken van lokaal inclusiebeleid.

De aanwezigen van de bijeenkomst van de M50 zijn in gesprek.
Beeld: ©Gemeente Zeist

Nadat de bijeenkomst was geopend, sprak Guusje ter Horst de gemeenten toe over het belang van lokaal inclusiebeleid. Gemeenten spelen namelijk een belangrijke rol in alle domeinen van het leven van mensen met een beperking. Guusje vertelt erover. “De gemeente loopt als een rode draad door het leven van mensen met een beperking. Onderwijs, spelen, sport, werk, inkomen: het zijn allemaal domeinen waar de gemeente een rol in speelt. Of het nu gaat over inclusieve speeltuinen waar alle kinderen samen kunnen spelen, of onderwijs waarin kinderen met en zonder beperking met elkaar in contact komen. Daarnaast is het voor mensen met een beperking moeilijker om een baan te vinden. Ook dan speelt de gemeente een belangrijke rol in het begeleiden van zowel potentiële werknemers met een beperking, als hun werkgevers.”

Naast dat sociaal beleid belangrijk is voor het borgen van de toegankelijkheid van de samenleving voor mensen met een beperking, is het ook een wettelijke verplichting dat gemeenten dit beleid ontwikkelen. De helft van de gemeenten doet dit al, maar de andere helft nog niet.

Directe betrokkenheid van ervaringsdeskundigen

Verschillende betrokken wethouders schoven vrijdag aan om te praten over hun eigen Lokale Inclusie Agenda. Zo ook Laura Hoogstraten, wethouder van de gemeente Zeist en voorzitter van de pijler Sociaal van de M50. Tijdens de bijeenkomst deelde zij de ervaringen en tips van de gemeente Zeist bij het maken van een Lokale Inclusie Agenda. Een belangrijk advies uit de bijeenkomst was volgens zowel Laura, als Guusje dat mensen met een beperking binnen de gemeente direct betrokken moeten worden bij het ontwikkelen van goed inclusiebeleid. Guusje: “Zij kunnen het beste zien wat er in de gemeente nog moet gebeuren om het leven prettiger voor hen te maken.”

Toegankelijke openbare toiletten

In de gemeente Zeist zijn ze inmiddels bezig met hun tweede Lokale Inclusie Agenda. Waar Laura vooral trots op is, is dat de agenda inmiddels een lijst is geworden waar praktische oplossingen uit voortkomen die echt uitgevoerd kunnen worden. “Zo vertelde ik afgelopen vrijdag over één van de problemen in veel gemeenten: openbare toiletten. Veel mensen met een beperking kunnen bijvoorbeeld niet lange tijd uitgaan of winkelen, omdat ze dan niet naar een toilet kunnen. Er is vaak geen toegankelijk toilet of te weinig ruimte. Daarom zijn we gaan kijken: hoe kunnen we openbare ruimten en ondernemers begeleiden om hun toilet openbaar en toegankelijk te maken voor mensen met een beperking? Daar is uitgekomen dat ondernemers nu onder andere hun toegankelijke toiletten op de HogeNood app kunnen zetten.”

Kijk eerst naar wat je als gemeente al doet

Ook andere praktische tips voor gemeenten die aan de slag willen met hun Inclusie Agenda kwamen tijdens de bijeenkomst voorbij. De tip die Guusje het meest is bijgebleven, kwam van de gemeente Veenendaal. Guusje: “De betrokken medewerker zei: als je wilt beginnen met inclusiebeleid, kijk dan eerst naar wat je als gemeente al doet. Elke gemeente heeft relevant beleid voor mensen met een beperking, op allerlei verschillende afdelingen. Op de afdeling infrastructuur wordt bijvoorbeeld vast al nagedacht over het toegankelijk maken van gebouwen. Of op de afdeling onderwijs wordt misschien gewerkt aan inclusief onderwijs voor alle kinderen. Zet dat bestaande beleid eens op een rij en vraag aan ervaringsdeskundigen: hoe kan het beter en wat ontbreekt er nog? De verbeterpunten kun je vervolgens aan de desbetreffende afdelingen terugkoppelen: dit is waar mensen met een beperking in onze gemeente tegenaan lopen. Wat kunnen we daaraan doen?”  

Een tip die Laura aan collega-bestuurders zou willen geven, is om niet zelf opnieuw het wiel uit te vinden. “Kijk juist naar wat andere gemeenten doen en ga daarover in gesprek met mensen met een beperking. Dit maakt je bewust van wat jouw gemeente nodig heeft.”

Bewustwording

Het belangrijkste is volgens Guusje en Laura dat er bewustzijn ontstaat dat er in alle gemeenten mensen met een beperking wonen, voor wie de samenleving ook toegankelijk moet zijn. Laura: “Ik denk dat een Lokale Inclusie Agenda nodig is om dat bewustzijn echt bij iedereen in het DNA te krijgen.” Laura vertelt dat bewustwording dan ook het startpunt voor de gemeente Zeist was, toen ze aan de slag gingen met lokaal inclusiebeleid. “Door middel van trainingen door ervaringsdeskundigen zijn we het gesprek gestart: waar moet je aan denken als het gaat om toegankelijkheid en wat betekent het nou voor mensen met een beperking als je gemeente toegankelijker wordt? Door ervaringsgerichte opdrachten en oefeningen werden we ervan bewust waar zij tegenaan lopen en wat dat betekent voor ons eigen werk en beleid.”

Kijk om je heen

Guusje wil gemeenten die bezig zijn met een Lokale Inclusie Agenda, of er nog mee aan de slag moeten, graag het volgende meegeven: “Kijk eens om je heen en kijk eens of er binnen je familie of vriendenkring iemand is met een beperking. Vraag die persoon eens: hoe is dat nou voor jou? En probeer je daarin in te leven. Dan krijg je, bijvoorbeeld als wethouder van een gemeente, een beter besef van hoe belangrijk het is dat je als gemeente voor deze groep opkomt.”

Met deze en de andere tips en ervaringen die tijdens de bijeenkomst van vrijdag zijn gedeeld, vertrouwt Guusje erop dat alle gemeenten een Lokale Inclusie Agenda kunnen maken voor eind 2024. “Als je als gemeente nu begint, dan heb je in december een Lokale Inclusie Agenda. Ook als die misschien nog niet helemaal volledig is, dan is er in ieder geval een agenda die voor aanvulling en wijziging openstaat.” Gemeenten die bezig zijn met hun Lokale Inclusie Agenda of er mee aan de slag willen, kunnen alle informatie en (praktijk)voorbeelden vinden op de webpagina Iedereen doet mee! van de VNG. Hier staan ook verschillende tips om gemeenten te helpen bij het vergroten van bewustwording bij bestuurders en medewerkers.